You don’t know what you’ve got until you loose it…
De historie van Den Haag als Popstad nummer 1 gaat terug naar het jaar 1900(!).
In die tijd waren er al vredesconferenties en expats waardoor de Jazz vanuit Den Haag vrij snel in Nederland te horen was.
Het vervolg was via de zigeunermuziek van Lajos Veres (jawel, de vader van Mariska) en de Indo-rock naar de unieke Haagse popmuziek.
Den Haag verliest steeds meer pophelden die Den Haag Popstad nummer 1 hebben gemaakt.
Wat achter blijft, zijn herinneringen.
Herinneringen, die weer tastbaar worden door de platen, cassettes, 8-tracks, sjaaltjes en de kaartjes en posters van dat ene concert.
Den Haag heeft heel wat pophelden voortgebracht, die niet alleen in Den Haag, maar ook in Nederland en de rest van Europa en de wereld bekend werden.
En wat doet Den Haag voor deze helden?
Op een enkele songtekst op een gevel na, vrijwel niets, nada.
Op zijn Haags gezegd: vrijwel geen ene moer.
De stad verliest nu één van haar grootste bands, de Golden Earring.
Radar Love. Vanaf het begin steevast een hoge notering in de top 2000. Bill Clinton gebruikte het als campagnenummer in de voorverkiezingen. Zijn vrouw Hillary had overigens haar keuze ook laten vallen op een nummer van de Golden Earring en gebruikte “when the lady smiles” in haar eigen campagne. Radar love is all over the world al meer dan 500 keer gecoverd!
Wie heeft bij het horen van dit nummer géén luchtgitaar gespeeld?
Maar voor een straatnaam ter ere van één van de oudste bands ter wereld, moet je 90 Km verderop zijn, in Almere.
Kom op Den Haag! Ga je kapot schamen dat er nog steeds geen museum is, om onze pophelden te eren. Een museum dat een inspiratiebron kan zijn voor tal van nieuwe poptalenten en een toeristisch hoogtepunt voor nationale en internationale popliefhebbers.
Doodzonde dat het merendeel (zo niet alles) van de tastbare herinneringen aan onze Haagse popgeschiedenis opgeslagen ligt in loodsen in Hoek van Holland, Rotterdam. U weet wel, die stad die ook North Sea Jazz van ons heeft afgepakt. In de loods van museum RockArt kan maar een klein gedeelte van de immense collectie Haagse popgeschiedenis getoond worden.
De kleding, de zeestudio’s van Veronica, de duizenden posters en instrumenten zoals de Haagse drumstellen van West End (inderdaad uit de fabriek in het Westeinde…).
Haagse zangers uit de jaren ’60 en ’70 die het nog kunnen, treden gezamenlijk nog stééds op en trekken, met de The Clarks, in het hele land volle zalen. Als ze tenminste op tijd komen want ze rijden per busje en hoe ouder ze worden hoe vaker ze moeten stoppen om te plassen. Het zijn niet mijn woorden maar van organisator van de zeer succesvolle theatertour Pioniers van de Nederpop, Johan Derksen.
Die shows trokken de afgelopen tijd maar liefst 150 duizend bezoekers per jaar. Alleen Corona kon hen helaas even afremmen…
Je hoeft geen economie gestudeerd te hebben om uit te rekenen hoeveel het de stad kan opleveren, als je dit in een zaal als het Zuiderstrand Theater permanent programmeert. Leg dát eens neer naast het reeds uitgevoerde onderzoek over de economische waarde van de Haagse popscene, dat ergens in één van de 100.000 la’s van het IJspaleis ligt te verfstoffen.
Hoe mooi kan het zijn:
Overdag naar hét popmuseum in Den Haag met de Rock-history-tour langs memorabele pop-locaties in Den Haag, daarna eten in talloze restaurants. ’s Avonds naar de show in het Zuiderstrand Theater, afterparty, harinkie happen en uiteraard overnachten in één van de Haagse Hotels met kamers ingericht door museum RockArt.
De dag erna een kater dus naar Scheveningen, lekker bakken in de zon.
De Golden Earring stopt en de reden daarvoor is in en in triest.
Welke Hagenees heeft geen mooie herinneringen aan deze band? Van grote tot kleine optredens op podia en in kroegen. En ik kom er ronduit voor uit dat ík heb zitten janken toen ik het bericht hoorde.
Voor politieke partijen: de ras Hagenees is ook een kiezer en het gaat net zoals met de Haagse popcultuur, you don’t know what you’ve got, untill you loose it.
Oftewel: je weet pas wat je had, als je het kwijt bent.
Met het verdwijnen van onze pophelden, gaan we ons dat pijnlijk genoeg steeds meer herinneren.
Dus wees wijs Den Haag en houd je bewoners, je kiezers, tevreden: Central Innovation District en The Hague Security Delta voor de hipsters en creëer een popmuseum voor de echte Hagenees die trost is op zíjn popcultuur.