Prinsjesdag

Prinsjesdag is een jaarlijkse Nederlandse traditie op de derde dinsdag van september.
Na een ceremoniële rijtoer door Den Haag, spreekt het staatshoofd in een verenigde vergadering van de Staten-Generaal de troonrede uit. Na terugkomst op Paleis Noordeinde is er de balkonscène.
In gewoon Hollands: een poppenkast.

Een poppenkast is een “theater” waarin met behulp van handpoppen een verhaal wordt uitgebeeld. De kast, vaak vervaardigd van latten of stangen, bekleed met gordijnen, is zo groot dat de poppenspeler, (lees: de regering) zich kan verbergen.
In geval men met marionetten speelt, bevindt er zich achter de kast een bank waarop de spelers (lees: de regering) zich achter een gordijn heen en weer kunnen bewegen.
De troon waar onze koning op zit, is het allebei. Kijk maar eens goed.
Van onder en van boven maken ze van onze koning de buikspreekpop van de regering.

Prinsjesdag
Dé dag dat ons Staatshoofd in algemene bewoordingen aangeeft wat het regeringsbeleid zal zijn voor het komende jaar.
Voorop gesteld, ik ben fan van ons Koningshuis. De familieclub die ons land vertegenwoordigt en een steun en toeverlaat is voor onze Nederlanders als ze in nood zitten.
Ons Koningshuis bestaat uit gewone mensen die ook wel eens fouten maken. Héérlijk!

Beter zo’n familie van vlees en bloed, die in nood komen opdagen, dan dat je, na een keuzemenu van 3 kwartier, een Ai computer van je zorgverzekering aan de lijn krijgt.
Zo’n chatrobot die je te woord staat en afwimpelt met antwoorden waar je niet op zit te wachten.

Maar goed de troonrede:
Een woordenbrij die de Koning van de regering voorgeschoteld krijgt, waar hij ook niet altijd op zit te wachten.
In de podcast van de Koning met Edwin Evers, een aanrader om te luisteren, legt de koning uit dat hij daar ook niet veel raad mee weet en er dan zelf er maar wat aan toevoegt.
OK, hij zegt dat niet met zoveel woorden, maar een goede luisteraar haalt dat er uit.
Als je geen goede luisteraar bent, dan is een podcast overigens sowieso geen goed idee, maar dat terzijde.

Prinsjesdag is op de derde dinsdag in september.
Ooit ontstaan in de tijd dat men nog een paar dagen nodig had om Den Haag te bereiken. Op zondag reizen was toen nog uit den boze. Sommige Tweede Kamerleden reizen nóg steeds niet op de zondag en dan komen ze te laat.
Want, als je uit Groningen of Limburg komt en door de maandagfiles heen bent, dan ben je pas halverwege het land, Utrecht.
Utrecht is dé fietsstad van Nederland.
Met je auto op klaarlichte dag door Utrecht heen rijden, is vragen om een confrontatie met bakfietsridders.
Als ware het dat je op zondag door de bijbelbelt rijdt…

Met je auto door of om Utrecht moet je dus, in de nacht van maandag op de derde dinsdag van september, zo stil mogelijk doen.
Met je motor uit, duwend, om te voorkomen dat je vanaf een fietsviaduct een ecologisch gebakken baksteen door je voorruit krijgt.
Met een beetje mazzel bereik je dan op die derde dinsdag, na 1,5 dag onderweg te zijn, de Utrechtsebaan waar je je klem rijdt in een fuik van klimaatactivisten.
Een lang verhaal om de hoeden- en jacketdragers, die moeten komen opdraven voor Prinsjesdag, te adviseren om op tijd van huis te gaan voor het bijwonen van de troonrede.

Met de troonrede, presenteert de regering de Rijksbegroting.
Die begroting komt niet zomaar tot stand en staat ook niet op een bierviltje. Geloof het of niet, maar daar gaat een voorbereiding van ruim een jaar aan vooraf. Een jaar!
Ieder ministerie is hiermee bezig. Via een traject van begrotingsaanschrijving, Kaderbrief, beleidsbrieven en een Totalenbrief wah wah wah wah wah, komt de Rijksbegroting tot stand.
De begroting wordt traditiegetrouw door de Minister van Financiën gepresenteerd in een houten kistje.
Hij neemt alvast zijn gereedschapskist mee om de gaten in de begroting, die door de oppositie er in geschoten worden, te dichten.

(Hét koffertje!)

Doorgaans is zo’n begroting tot in den treuren door de coalitiepartijen dichtgetimmerd, uitgewrongen en, geloof me, met geen achterkamertje kun je er nog een duppie bij krijgen.
Maar nú komt de gein: het is de regering die de Rijksbegroting maakt. Die regering van ons, ligt nu al een half jaar op zijn gat.
Dus die begroting is tot stand gekomen als ware het een aflevering van de Lullo’s.
‘Heey van Binsbergen, heb jij nog een miljoentje of wat om die belachelijke accijnsverhoging op de benzine terug te draaien? Die Bentley van mij rijdt niet op paardenpis of zo hoor?’
‘Maar natuurlijk Kerstens, we geven de paupers onder aan de streep gewoon wat minder’.

De begroting is dit jaar uniek. Want, over een paar weken zijn er verkiezingen en iedere partij ziet zijn kans schoon om een greep uit de schatkist te halen voor zijn verkiezingsbelofte. Niemand wordt teruggefloten.
No way dat er een rem op de uitgaven staat.
De schatkist staat wagenwijd open, het Ministerie van Financiën houdt Openhuis. Geen gezeik iedereen rijk!
Het gaat de meest besproken begroting van de Eeuw worden en wat zullen we een kater hebben, de ochtend na de verkiezingen, als we de lege schatkist zien.

Prinsjesdag is een poppenkast, maar wel ónze poppenkast.
We maken er wel wat van, zoals dit jaar de nacht voor Prinsjesdag, een nieuw Haags muziekfeest in de kroegen.
Dat wordt volgend jaar nóg groter en geloof me, Prinsjesdag en de begroting, wordt met een nieuwe politieke samenstelling he-le-maal anders.
De Glazenkoets wordt door de BBB vervangen door een trekker met een platwagen erachter en de begroting is door Pieter Omtzigt in zijn ééntje gemaakt. En reken maar dat die tot 8 decimalen achter de komma klopt. Wee je gebeente als partijen dan nog een greep uit de schatkist willen doen.
Je weet wat Jan Klaasen in de poppenkast doet met de boef hè?

<<Columns