Den Haag, je tikt er tegen en het zingt.
In de passage krijgt de klank een hoog
weergalmen en omlaag een fluistering
tussen de voeten over het graniet
Beroemde zinnen van Gerrit Achtenberg uit zijn gedicht ‘de Passage’.
Dat was 1953, toen de mist nog zo dik was dat je je fiets er tegenaan kon zetten.
Toen de middenstanders in de Passage nog boven de winkel woonden.
Sinds jaar en dag staan deze woningen echter leeg.
Als je er nu tegen tikt, of met hoge hakken erdoorheen loopt, dan hoor je drie dagen later nog de nagalm, zo leeg is het er.
Leegstand in Den Haag, praat mij er niet van. Bij mij in de buurt staan zo’n, beetje 3 voetbalvelden aan grond braak.
Of ik naast het Malieveld woon?
Nee hoor binnenstedelijk. Nou ja stedelijk, in het dorp Loosduinen.
In de zogenaamde Driehoek Loosduinen tussen het De Savornin Lohmanplein en de Oude Haagweg.
Ja, daar waar de Hagenezen de Loosduinse Vaart hebben gedempt en de panden van ‘Koninklijke Giezeman, de Wasman’ sloopten en de grond al decennia lang laten verpauperen.
Samen met enkele leegstaande panden en terreinen in dezelfde buurt goed voor duizenden woningen.
Bewoners in dit gebied hebben een jaar of 8 geleden al met de gemeente rond de tafel gezeten om deze panden een invulling te geven die ieders goedkeuring kon wegdragen.
Met sociale woningen, huizen in het middensegment en zelfs een woontoren.
De Stedenbouwkundige verkenning over de Driehoek Loosduinen, waar de buurt hard aan heeft meegewerkt en die ieders instemming had, is ergens in een bureaulade op het IJspaleis terecht gekomen, om verder vergeten te worden.
Een plan dat je over een jaar of 100 op een overzichts-tentoonstelling van vergeten stedenbouwkundige plannen kunt inzien.
Leegstand van gebouwen en gronden,
ik denk dat iedereen daar wel een voorbeeld van kan geven;
Het zustershuis van het Westeinde ziekenhuis, woningen bij politiebureau Jan Hendrikstraat, het voormalige Azivo-gebouw aan de Oude Haagweg.
Ga zo maar door.
Los van de leegstaande kantoren staan er meer dan 8000 woningen langer dan een jaar leeg in Den Haag.
Onbegrijpelijk in een stad waar maar liefst 157.000 woningzoekenden staan ingeschreven. And still counting…
Er wonen mensen in auto’s op de Binckhorst, in opengebroken kelderboxen, onder bruggen, in levensgevaarlijke gammele bootjes op de Haagse grachten, in overvolle kamers.
En het zijn niet alleen verslaafden, het zijn ook studenten, of mensen die puur economisch niet aan een huis kunnen komen. Alleenstaande moeders.
Er wonen steeds meer mensen in onze parken en je hoeft er niet eens meer doorheen te lopen om deze mensonterende toestanden te zien.
De blaadjes vallen van de bomen; je kunt ze vanaf de weg zien.
En já dat ís confronterend.
Niet zo zeer voor jou, maar vooral voor de mensen die er verblijven.
Ik kan het bijna niet uit mijn strot krijgen, maar we kunnen best wel wat leren van Amsterdam.
Amsterdam heeft een leegstandsverordening als experiment ingevoerd. Doordat die gasten in 020 de verhuurders actiever achter hun broek hebben gezeten als een woning langer dan een half jaar leeg stond, zijn er in het eerste jaar maar liefst 697 woningen alsnog bewoond.
Den Haag wil er nog niet aan.
Op het IJspaleis zijn ze vooral bezig om elkaar het leven zuur te maken. Ze winden zich op over milieuzones, zijn bezig met het wegpesten van een camperpark en bloemenkiosken en zijn druk druk druk met het verbannen van reclame voor vliegreizen.
Voor een leegstandsverordening wacht men in Den Haag liever op een aanpassing van de huurwet door de regering.
Het enige dat dit kabinet tot nu toe voor elkaar heeft gekregen, is dat je 130 mag rijden op 4 wegen in Nederland. Chapeau!
Wachten op een wet, die door dit kabinet wordt aangenomen.
Ik denk dat we het eerder meemaken dat Pasen en Pinksteren op één dag gaan vallen.
Den Haag, ga niet wijzen aan wie het allemaal ligt, GA WAT DOEN.
Ga wat doen aan de leegstand van 8000 panden en duizenden vierkante meters grond.
Om jullie achter de vodden te zitten, nomineer ik jullie nú al voor de leegstands-award van het Haagse Straat Consulaat.