Als er verkiezingen zijn, dan gaat het wel ergens om. Het gaat dan om de macht van de burgers.
Afgelopen woensdag konden alle Hagenaars, Loosduiners en Scheveningers hun voorkeur uitspreken, wie volgens hem of haar het beste de stad kan controleren en besturen.
Daarmee konden ze op buren, collega’s, familieleden en de bakker van de hoek stemmen.
Op degenen die zich hebben aangemeld om zich namens ons uit de naad te werken.
Deze door ons gekozen club mensen noemen we de Haagse Gemeenteraad.
Dat is niet zo maar iets: het is de Gemeenteraad, die het hoogste politieke orgaan is in een stad.
Zij geven kaders, zeg maar spelregels, mee aan Wethouders, voor alle plannen die zij maken voor onze stad.
En dat zijn er doorgaans nogal wat, zoals we weten.
De Gemeenteraad bepaalt wat en hoe Wethouders hun werk mogen doen. Dat vergeten Raadsleden nog wel eens, of ze laten zich afbluffen. Maar feitelijk zijn de burgers van Den Haag, vertegenwoordigd door Raadsleden, de baas in deze stad.
Oud-raadsleden Wil Vonk en Ingrid Gyömörei , waarvan ik veel heb geleerd, legden het mij wel eens als volgt uit:
Wanneer je als Gemeenteraad tegen een Wethouder zegt dat hij moet gaan springen, dan moet hij dat gaan doen.
Hij of zij mag alleen vragen hoe hoog.
Kortom, als er verkiezingen zijn, dan gaat het wel ergens om. Het gaat om de macht van de burgers en het voorkomen dat de macht slechts bij één of enkelen komt te liggen.
Die macht van de burgers is zwaar bevochten. Miljoenen soldaten en verzetsstrijders hebben hard gevochten voor de macht van de burgers, in diverse oorlogen tegen dictators, die maar al te graag de mond van burgers willen snoeren.
Ook vandaag de dag nog.
Als je dan bedenkt dat 57% van de Haagse bevolking afgelopen woensdag een dikke vinger heeft opgestoken naar onze democratie door niet te gaan stemmen.
Slechts 43% bedroeg de opkomst en de rest van de inwoners zegt hiermee feitelijk dat het hen geen moer uit maakt.
Dat het hen aan hun reet zal roesten wie er in hun stad aan de touwtjes trekt en door wie dit gecontroleerd wordt.
Als dit een stemming was geweest in het parlement of je de democratie wilt afschaffen, en kiezen voor een dictator, dan had dit zo geregeld geweest.
Democratie kan zichzelf namelijk per stemming heel makkelijk afschaffen. Zo simpel is het en zo simpel gaat het werkelijk in sommige delen van onze wereld.
Bizar, want we weten allemaal dat het bijna altijd met bloedvergieten gepaard gaat, als je democratie weer wilt invoeren.
Er gaat iets grondig mis.
Er is nog nooit zoveel aandacht geweest, waarbij werd opgeroepen om te gaan stemmen.
Er is nog nooit zóveel keuze uit stemlocaties geweest;
drive-inn, op je paard, je kon gratis de Beekse Bergen in en midden tussen je favoriete dieren stemmen, in de biosscoop en zelfs stemmen in brouwerijen. En niet één dag, nee drie dagen lang!
Drie dagen lang kon je er écht niet omheen. Voordat je het wist, liep je eerder een stemlokaal in dan een kroeg en soms kon je dáár zelfs óók nog stemmen.
Je moest dus drie dagen lang áctief je best hebben gedaan om niet een stemlokaal terecht te komen. En velen hebben hier actief álle moeite voor gedaan.
Alle moeite om maar niet te hoeven stemmen.
Ik vind het beangstigend. Doodeng.
Moeten politieke partijen, volksvertegenwoordigers en bestuurders voor wat betreft de lage opkomst ook naar zichzelf kijken?
Ik dacht het wel!
Het vertrouwen in de controlerende en kader-stellende macht van volksvertegenwoordigers is ver te zoeken en dáár moet aan gewerkt worden.
Politiek is o zo machtig, maar oersaai om te volgen.
Ook tijdens de afgelopen verkiezingen in Den Haag was het staren naar een stoeptegel vaak interessanter dan het volgen van een politiek debat.
Omdat je ook wel eens pijn moet voelen om te beseffen hoe goed je het hebt, volgen we wel eens zo’n debat.
Bij de familie Rogier spelen we dan Bingo met woorden, die geheid langskomen: duurzaam, vol=vol, woningbouw, hoogbouw, onderwijs, veiligheid, fiets, leefbaar, participatie, parkeren, meepraten, dé Hagenaar, dé Loosduiner, dé Scheveninger én natuurlijk de dooddoeners Leefbaar, Meepraten en Meebeslissen.
Wat is er aan te doen?
De politiek moet écht uit de Raadszaal.
Ja, iedereen mag binnenkomen in het stadhuis en meekijken en zélfs een bakkie pakken, maar de debatten in de raadszaal zijn zó voorspelbaar en zó saai, dat daar niemand op afkomt. Of je moet het thuis vreselijk niet naar je zin hebben. Of geen thuis hebben. Dat kan natuurlijk ook.
Om te beginnen moeten we daarom de Haagse Raadszaal afschaffen en de ruimte alleen nog maar gebruiken waarvoor hij ooit bedoeld was en dat is, geloof het of niet, een concertzaal voor de Bibliotheek.
Raads- en commissievergaderingen moeten voortaan lekker buiten gehouden worden. Op de trappen van de boulevard, in het Zuiderpark of op één van de pleinen in de stad.
BBQ erbij, roti, barra’s, Turks brood, kibbeling, patatje vrede. Moet jij eens kijken hoeveel mensen politiek leuk gaan vinden.
Gooi bij verkiezingen de debatavonden overboord en maak er een Spelprogramma van.
Maak van de race om het IJspaleis een échte zeepkistenrace. Dwars over het Spui. Hilarisch lijkt mij dat. En niks afzetten en strobalen aan de zijkant. Lekker zelf ervaren hoe levensgevaarlijk dat kruispunt is. En ook niks parkeren op de stoep; een bonuspunt als je een parkeerplek kan vinden die voor dé Hagenaar, dé Loosduiner en dé Scheveninger betaalbaar is.
Verplicht spelelement: het maken van een begroting.
Uit het hoofd opnoemen hoeveel geld je waarvoor uit wilt geven. En een sluitende begroting graag, in plaats van roeptoeteren en beloven dat álles kan.
En van die voorgedrukte verkiezingsborden moeten we ook van af.
Die kosten klauwen met geld en hoe meer partijen, des te kleiner de voorgedrukte affiches.
Lekker zelf borden in elkaar timmeren en beplakken. Laat die handen wapperen. Geweldig om te zien hoe creatief sommige partijen de afgelopen verkiezingen waren, om tegen alle regels in tóch ergens hun poster of spandoek op te hangen.
Dán knok je voor stemmen.
Wel jammer dat enkele partijen het daarna dan weer niet opruimen.
Dan begin je als stadsbestuur al met 1,5 ton aan schoonmaakkosten die de Hagenaar, dé Loosduiner en dé Scheveninger toch liever terug hadden gezien in het opruimen van andere troep in hun wijk.
Het leuker maken van de verziekingen. Om jongeren erbij te betrekken, moet er sowieso meer gaan gebeuren. En dan heb ik het niet over de TikTok-filmpjes. Leuk voor de jongeren onder elkaar, maar niet voor de 30+er die jongeren wil bereiken. Tenenkrommend.
Nee, maak er een talentenjacht van. The Voice of The Hague.
Laat lijsttrekkers, die wethouder willen worden, een pleidooi houden en kijk wie van de jongeren hun stoel omdraait.
Politieke partijen moeten zich in ieder geval meer buiten vertonen en zich veel minder verschuilen en terugtrekken in de Raadszaal.
Als er verkiezingen zijn, dan gaat het wel ergens om. Het gaat dan om de macht van de burgers.
Aan gevestigde partijen, die het niet lukt om meer mensen naar de stembus te krijgen, geef ik de les mee, die ik zelf ooit heb gekregen van een actiegroep: tegenover een terugtrekkende overheid staat een oprukkende burger.
Zie wat er gebeurt met de opkomst van lokale partijen.