Covid-19

Het is woensdagavond en ik neem deel aan een on-line bijeenkomst voor mantelzorgers van bewoners van verzorgingshuis Duinhage, waar mijn moeder woont.
Het gespreksonderwerp is een terugblik op de Lock-down periode, en we nemen de scenario’s door voor als er weer wordt ópgeschaald.
Ik kan mij leukere avonden voorstellen, maar je bent op de wereld voor elkaar, nietwaar?

Als ik klaar ben, komt het stoom uit mijn oren. Niet omdat mij iets n.a.v. de bijeenkomst dwarszit, maar ik zie op social media beelden van een dansende horde leeghoofden in een partytent in míjn stad Den Haag.
Kennelijk kunnen sommigen het maar niet begrijpen dat het Corona-virus zich sneller verspreidt, dan dat het bier uit de tap kan stromen.
Sommigen kunnen dat maar moeilijk accepteren, dat uitgerekend dít de reden is dat de complete horeca moet sluiten. En ik heb nieuws voor ze: wen er maar aan, want ik denk dat zulke beelden alleen al, reden zijn om de sluiting van de horeca langer te laten duren.
En bedankt!

The day after de bijeenkomst met mantelzorgers, waar ik verplegend personeel na een dag lang hard werken geëmotioneerd heb zien zitten met de mantelzorgers, die er vaak óók een baan erbij hebben, ben ik nog steeds witheet.
The day after, waarop betrokkenen van het dansfestijn op het Plein met pruillipjes en krokodillentranen spijt betuigen.
U hoort het, ik ben nog niet klaar voor spijtbetuigingen. Straks misschien wel, als ik uitgeraasd ben met deze column. Hou vol.

Ik ben die donderdagmorgen namelijk nog steeds pislink om wat ik de avond heb gezien.
Maar veel tijd om boos te zijn, heb ik niet. Om half 8 belt mijn moeder al vanuit het verzorgingshuis. Ze is doodsbang omdat er mensen door haar kamer lopen, die ze niet herkent. Ze begrijpt er niets van. Ze dragen mondkapjes, dus ze herkent niemand.
Ik begin uit te leggen dat mensen met mondkapjes, gezichtsbeschermers en schorten nog wel vaker voorbij gaan komen.
En hoe in de war ze op dat moment ook is, ik weet haar te overtuigen dat dit door het Corona-virus komt.
Voordat het gesprek beëindigt is, is ze dit al weer vergeten.
Ik leg haar daarom ook maar niet uit, dat door een paar dansende leeghoofden, die hún vrijheid belangrijker vinden dan háár gezondheid, het wat langer kan gaan duren.

Hoe nu verder? Het incident stond die avond namelijk niet op zichzelf. Rotterdam, Witte de Wit straat, kennelijk vernoemd naar wat ze daar in hun neus stoppen, want ook daar, klonk zij aan zij You’ll never Walk Alone. Nou…, moet je eens zien als ze zo doorgaan.
In Roosendaal ging het mis en RTL deed een voorlopig laatste verslag vanuit een café in Nijmegen waar de 1,5 meter afstand, was ingeruild voor een afstand, gelijk aan de hoogte van een schuimkraag; 2 vingers.

En het is wat, als jij je stinkende best doet om je horecazaak op 1,5 meter in te richten en je buurman er met de pet naar gooit!
Dat jij je wél aan de regels houdt, en de helft van je tafels maar gebruikt, en Diederik Gommers trouw volgt op Instagram.
Dan word je toch compleet gek, als je ziet dat je collega naast je, een trouwe volger blijkt te zijn van #Ikdoenietmeermee Femke Louise?

Stel je even voor dat je een restaurant hebt, en iedereen met moeite, nadat ze hun handen hebben gewassen, naam, adres en telefoonnummer hebben ingevuld, én je ze onder een felle lamp aan een verplicht kruisverhoor hebt onderworpen, of ze toch niet érgens een kuchje hebben,
dat iedereen dan eindelijk op die 1,5 meter afstand zit.
Dát moment, en dat dan de vullingen uit je kaken knallen als je buurman de volumeknop op tien zet en iedereen in een bomvolle tent met keiharde muziek aanzwengelt, om luidkeels door een partytent te hossen.
Het Corona-virus weet van gekkigheid niet waar hij allemaal naartoe moet overspringen. Als een kind in een ballenbad!
Viruswaanzin wordt zo’n situatie ook wel genoemd.

Als je dit als horeca-ondernemer, die zijn stinkende best doet om zich aan de regels te houden,  meemaakt, dan ben je toch in staat om bij je buurman de stoppen er uit te draaien en daar te proppen waar een dokter 5 maanden bezig is om ze terug te vinden?
Als hij die tijd heeft, want de spoedeisende hulp is nu net zo vaak open, als een Italiaanse ijscozaak in de winter.

Ik heb diep respect voor de horecavoorman Robèr Willemse.
Hoe hij opkomt voor de branche, daar mag je als horecaondernemer trots op zijn.
Maar hij, en vele anderen, klagen tegen de verkeerde.
Ze staan op het Plein met hun neus de verkeerde kant op te protesteren richting het kabinet, maar achter hun rug wordt er vanuit een partytent een dikke-vette- middelvinger naar je opgestoken Robèr, als ware het een dolk in je rug.
Alsof Robèr bij Eva Jinek aan tafel zit en achter hem, worden door collega- horecaondernemers gekke bekken getrokken en twee vingers achter zijn hoofd gehouden.
Het is zijn eigen achterban die het verkloot. Oók voor politici.

Want, denk je nu écht dat politici de horeca zo graag willen sluiten? Ze zijn zelf de grootste klant!
Vanaf de oprichting van het Binnenhof door Floris de 4e als praathuis op het jachtterrein Die Haghe, zijn rond dat eerste koffiehuis van Den Haag, voor geachte afgevaardigden uit het land, al logementen verrezen. De voorlopers van de huidige kroegen.
Het Plein is één grote kroeg. En politici, lobbyisten en de pers zien elkaar daar graag.
De politieke redactie van RTL zit, originéél waar, niet voor niets met hun studio boven één van die kroegen.

En wat gaat onze burgervader nu doen? De betreffende horecazaak sluiten? Want dat kan al niet meer, want alle horeca is al dicht.

Ik stel voor dat als deze zaak weer open mag, we ze verplichten om er een silent disco van te maken. Zo hebben we toch de werkgelegenheid en lachen we onze problemen weg.
Buitenstaanders horen bij een silent disco de muziek namelijk niet maar ze kunnen wel kijken naar dansende leipo’s met een draadloze koptelefoon op.
Ik ben best wel vergevingsgezind.
Maar ja, wat ga dan ik tegen mijn moeder zeggen, als ze dát ziet?

< Columns

September 2020 >